Computer programmeur zijn is een apart vak. Het is één van de weinige beroepen waar je de hele dag bezig bent met je eigen product: software. Je gereedschap is je product, en je product is je gereedschap. En dat kom je maar bij heel erg weinig beroepen tegen. Ik heb nog nooit een timmerman een hamer zien maken bijvoorbeeld.
De zegen van een computer programmeur is dat hij zelf zijn gereedschap kan maken, en verbeteren. Hij gebruikt het dagelijks, hij weet wat irritant is, wat er verbeterd moet worden. En hoe het allemaal handiger kan. Door gebruik te maken van die kennis kan hij (of zij) geweldige programma's maken die het dagelijks leven van iedereen makkelijker en leuker maken. Dat zou je denken toch? Mis.
De meeste programmeurs kijken niet verder dan hun neus lang is. Maken applicatie platform na applicatie platform en framework na framework. Zaken die niemand anders gaat gebruiken behalve zijzelf. En dat allemaal met de doelstelling om zo mooi mogelijke code te schrijven. Daarbij verliezen ze het belangrijkste uit het oog: de gebruiker. De gebruiker maakt het niet uit hoe mooi de code is, het moet werken, goed en snel. En bugs moeten gefixed worden. Punt.
Mijn docent op de middelbare school zei het al tegen mij: "Ga geen informatica doen om mooie programma's te maken, ga de informatica in om mooie programma's te maken voor mensen". Twee woorden, groot verschil. De manier waarop een goede programmeur zich onderscheidt van de rest: zich in kunnen leven in de wensen en de behoeften van de gebruikers. En daar verstandig mee omgaan.
dinsdag, maart 07, 2006
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten